Het is 12.15 uur en we besluiten toch nog even te wachten, je kunt nooit weten of er straks nog een kaartje over is. We bladeren nog even door de Rough Guide en lezen dat er een bus naar Dapu gaat, een plaats in de richting van Yongding. Snel terug naar het kaartjesloket en vragen of die bus ook gaat. Ja, er gaat een bus om 12.30 uur. Het is al een paar minuten later, maar de bus staat er nog. Met hulp van de super medewerking van de lokettiste kunnen we de gekochte kaartjes omruilen voor een kaartje naar Dapu. Snel de rugzakken bij elkaar gegraaid en hollen naar de wachtende bus. We zitten nog niet of we rijden ook al, terwijl het zweet ons van alle kanten uit de poriën komt. Maar dit is beter dan een hele (zon)dag verloren laten gaan in Meizhou. In een rammelende bus, waarbij elke voeg van de betonweg voor een schokeffect zorgt en met een chauffeur die al het andere verkeer met zijn claxon van de weg wil blazen en met Chinese passagiers die onderweg met de conductrice bekvechten over de ritprijs, weten we dat het echte reizen in China is begonnen. We rijden door een heuvelachtig gebied met bananenbomen, kleine rijst- en groenteveldjes en langs dorpjes met kleine huisjes in de velden. Zo nu en dan een grotere plaats en soms langs een modderbruine rivier, kortom GENIETEN !
Als we uitstappen in Dapu worden we meteen omringt door allerlei Hakka mannen, die tegen ons beginnen te praten in hun Hakka taaltje, maar niet begrijpen wat wij willen. Je kunt het natuurlijk ook omdraaien en zeggen dat wij niet in staat zijn duidelijk te maken wat wij willen. Als we de hand onder het hoofd houden ten teken dat we een slaapplaats zoeken is er uiteindelijk toch een pientere kerel die snapt dat we een hotel zoeken en ons wenkt mee te komen. Erg pienter is hij toch niet, want hij wijst ons op zijn brommer. Dat zien we toch niet zo zitten, met z'n 2-en en met de rugzakken bij hem op de brommer door de stad. Een andere man heeft het nu ook door en wenkt ons naar zijn auto. Dat is toch iets beter, hij brengt ons naar een mooi hotel, met een mooie kamer, maar we vinden dat we te weinig korting krijgen van de stugge baliemedewerkster. Dus de rugtassen weer op de rug en lopend verder zoeken. Het volgende hotel is veel goedkoper, maar de kamer ook veel minder. We twijfelen even en besluiten toch nog verder te zoeken. We zijn een beetje kritisch vandaag, maar dat loont zich. In het Chinees Overseas Hotel vinden we een mooie ruime kamer inclusief internet. En met personeel dat met het grootste plezier je alles uit wil leggen en alles voor je wil doen. Helaas spreken ze geen woord Engels, maar dat compenseren ze met een overvloed aan woorden in het Hakka dialect.
Om 18 uur begint het stevig te regenen. Gelukkig kunnen we in ons eigen hotel eten. We krijgen een eetkamer bestemd voor 8 personen voor ons alleen, incl. een TV waar we naar kunnen kijken zolang het eten nog niet klaar is en een goede Chinese thee. Met een taalgidsje Mandarijn en veel handgebaren weten we een keus te maken. Het is altijd weer een verrassing hoe dat uitvalt, maar vandaag is een schot in de roos. Het eten bestaat uit knapperige bloemkool, gebakken rijst met diverse groenten, een heerlijk stuk gebraden eend, gekookte reepjes pittig rundvlees met Chinese kool en een gestoomde vis waarvan de stoom uit zijn ogen komt van kwaadheid terwijl hij ons aan kijkt en ook nog zijn vlijmscherpe tanden laat zien. Maar we laten ons niet door hem intimideren en (vr)eten hem helemaal op. En dat voor totaal 8 euro incl. een Chinees biertje, "Produced like German Beer", zo staat op de fles. Morgen hier weer eten !